Slingerziekte in de vleesvarkensstal

Dronken dieren

Het fijne aan de moderne tijd van tegenwoordig is dat, op welke afstand dan ook, altijd overleg plaats kan vinden. Waar nodig kan het verhaal van de veehouder ondersteund worden met een foto of filmpje, wat direct een eerste beeld geeft van het probleem.

Zo ook ditmaal. Ongeveer tien dagen na opleg trof de betreffende vleesvarkenshouder dieren aan met zenuwverschijnselen. Hersenvliesontsteking ten gevolge van Streptokokken is op dit bedrijf geen geheel onbekend fenomeen. Maar deze keer vertoonden dieren in het koppel ook dikke oogleden en een zwalkende gang. Het gevolg van een avondje stappen met bijpassend dronkenschap was wel heel onwaarschijnlijk. Het verstrekte digitale materiaal gaf al indicatie voor het typische beeld wat ik inderdaad tijdens de bedrijfsronde aantrof. Dit kon wel eens een gevalletje slinger- ofwel oedeemziekte zijn, veroorzaakt door een op hol geslagen Escherichia coli.

Problemen met E. coli zien we meestal bij jongere dieren ontstaan. Doordat de darm moet wennen aan nieuwe omstandigheden (bijvoorbeeld na de geboorte, na verandering van omgeving en voeding bij het spenen of na een voerovergang op latere leeftijd) krijgen standaard in de darm aanwezige bacteriën kans zich exponentieel te vermenigvuldigen. De E. coli’s zitten aan de darmwand gehaakt met behulp van fimbriae; kleine uitsteekseltjes aan de bacteriecel. Een overgroei kan dus schade aan de darmwand veroorzaken. Alsof dat nog niet genoeg is, kunnen bepaalde E. coli stammen ook toxinen (gifstoffen) produceren, zoals bijvoorbeeld de Shigatoxinen. Deze zorgen ervoor dat de vochtopname uit de darm aangetast wordt, met diarree tot gevolg. In sommige gevallen maken de toxinen ook schade aan kleine bloedvaatjes, wat vochtuittreding geeft en waardoor oedeem ontstaat. Dit geeft het beeld van dieren met dikke oogleden, soms een hees stemgeluid en/of droog kuchje, zenuwverschijnselen en de typisch slingerende gang, waar het de naam slingerziekte aan te danken heeft.

E-coli-infecties zijn vaak multifactorieel. Dat wil zeggen dat minder optimale omstandigheden ervoor zorgen dat de bacterie gemakkelijker kans krijgt. Denk hierbij in geval van geboortediarree aan hygiëne in en rond het kraamhok, de kwaliteit van het biggennest, de omgevingstemperatuur en de kwaliteit en hoeveelheid biest van de zeug. Maar ook na spenen, of in dit geval na opleg in de vleesvarkensstal, spelen naast voeding onder andere hygiëne, drinkwatervoorziening, klimaat, ventilatie en bezettingsgraad een rol. Het is dus soms zoeken naar een spelt in een hooiberg om de daadwerkelijke trigger te kunnen achterhalen.

Op dit bedrijf hebben we de boosdoener nog niet gevonden, maar hopen we onder andere met voeraanpassingen snel de rust weer terug te brengen. Sectie op enkele dieren bevestigde overigens inderdaad ons vermoeden van oedeemziekte. Verder onderzoek toonde tevens een F18 (een bepaald type fibriae) en Shiga toxinen aan. Goed om te weten; mochten we het probleem op korte termijn niet kunnen tackelen, dan is vaccinatie een (tijdelijke) optie.

Varkensarts Patricia van Ginderen /05 mei 2022/BOERDERIJ

Heeft u vragen over dit artikel? Patricia of een van de andere varkensartsen staan u graag te woord. U kunt ons bereiken via info@DeVarkenspraktijk.nl of per telefoon:
Mill: +31 (0)485 24 00 00
Oss: +31 (0)412 67 60 60
Someren: +31 (0)493 44 10 44