Handleiding medicijngebruik 2020

De handleiding medicijngebruik 2020 is samengesteld door de IKB varkensbedrijven van De Varkenspraktijk. In deze handleiding zijn opgenomen: de Positieve lijst, als addendum van het bedrijfsbehandelplan, en de Vaccinlijst.
Sinds 1 maart 2014 is de UDD regeling in gegaan. Deze regeling bepaalt dat antibiotica uitsluitend na diagnose en op voorschrift van een dierenarts mogen worden gebruikt. In de UDD-regeling krijgen alle antibiotica de UDD status: dat betekent dat ook de toediening in beginsel uitsluitend door de dierenarts plaatsvindt.

Klik hier om naar het document te gaan.

 

 


100 seconden dierenarts, Marrina Schuttert Varkensarts Someren

De 100 Seconden Dierenarts gaat in op actuele gezondheidsvraagstukken. In korte video’s licht een erkende dierenarts of specialist binnen 100 seconden een gezondheidsvraag toe en geeft handige tips. Deze video’s zijn samengesteld door een onafhankelijke redactie.

Snuffelziekte
Atrofische rhinitis wordt veroorzaakt door de bacteriën Bordetella bronchiseptica en Pasteurella multocida. Vooral de gifstof die Pasteurella uitscheidt tast het neusweefsel van varkens aan. Biggen en vleesvarkens met snuffelziekte zijn gevoeliger voor luchtwegproblemen en groeien slechter.

IDAL
IDAL is de afkorting voor Intra Dermal Applicator of Liquids. Het is een naaldloos injectie systeem dat speciaal is ontwikkeld om vaccins in de huid te spuiten.

Spoelworminfecties
Op vrijwel elk varkensbedrijf komen worminfecties voor. Varkens nemen wormeitjes op uit de omgeving.

Batch management
Batch management is het structureren van de productiegroepen op een varkensvermeerderingsbedrijf.

Influenza
Influenza is meestal niet dodelijk, maar geeft wel groeiachterstand en reproductieproblemen.
In de acute vorm krijgen varkens hoge koorts en respiratoire problemen.

Coli en clostridium diarree bij pasgeboren biggen
Escherichia coli (E. coli) en Clostridium perfringens zijn bacteriën die geboortediarree veroorzaken bij pasgeboren biggen.

PRRS
PRRS is een steeds veranderend virus, dat op bijna alle varkensbedrijven voorkomt. De economische schade is groot. Zeugen kunnen reproductieproblemen krijgen.

APP
APP staat voor Actinobacillus pleuropneumoniae. Het is een bacteriële aandoening die acute en chronische longontsteking veroorzaakt, met longlaesies en pleuritis.

Ziekte van Glässer
De Ziekte van Glässer is een bacteriële infectie die veel voorkomt, maar niet altijd gemakkelijk is te diagnosticeren. Het wordt veroorzaakt door de bacterie Haemophilus parasuis, die op alle varkensbedrijven aanwezig is.

Berenmanagement
Vanwege welzijnsredenen worden er tegenwoordig steeds meer ongecastreerde beren gehouden. Berengeur en ongewenst gedrag zijn de grootste problemen van het houden van beren.

PCV2
PCV2 staat voor Porcine Circovirus type 2, vaak afgekort tot Circo. Het is een minuscuul virus, dat de veroorzaker is van onder andere slijters ziekte, PDNS en reproductieproblemen bij de zeug met doodgeboren- en slappe biggen.

Scoren van zieke varkens
De wetgeving rond het gebruik van antibiotica verandert. Het is voor elke varkenshouder belangrijk om het antibioticumgebruik op het bedrijf terug te dringen.

Mycoplasma
Mycoplasma hyopneumoniae is een bacterie, die longontstekingen en groeivertraging veroorzaakt. Een mycoplasma infectie herken je meestal aan de bekende droge kuch, die je vooral hoort na het opjagen van de varkens.


Oproep Poolse medewerkers: Neem geen eten mee uit Polen!

POV roept Poolse medewerkers op varkensbedrijven op alert te zijn op Afrikaanse Varkenspest en geen etenswaren mee te nemen uit Polen en Oost-Europa. Er blijven in Oost-Europa nog steeds meldingen komen van uitbraken van Afrikaanse Varkenspest. Recent weer in Tsjechië en Roemenië.

Het virus kan worden overgebracht via onder meer besmette dieren, vrachtauto’s en personenauto’s, maar ook via eten, vooral vlees en vleeswaren.
Poolse medewerkers wordt daarom gevraagd alert te zijn, voorzorgsmaatregelen te nemen en géén eten en drinken mee te nemen vanuit Polen.

POV heeft een oproep gemaakt in het Pools en verzoekt varkenshouders de oproep aan hun Poolse medewerkers te geven en op te hangen in de bedrijfsruimtes en kantines.

Download de oproep hier, print deze, deel deze uit en hang deze op in uw bedrijfsruimte of kantine.

 


brochure antibiotica in de veehouderij afbeelding1Antibiotica in de veehouderij

Onlangs (oktober 2016) is de nieuwe brochure “Antibiotica in de veehouderij” verschenen met als titel: Gevolgen gewijzigde UDD-regeling
Zorgvuldig gebruik van antibiotica in de veehouderij.

Klik hier om naar de brochure te gaan.brochure antibiotica in de veehouderij afbeelding

 

 

 

 

 

 


Melding in Veeonline

Vanaf 1 juli 2015 is in de regeling Geborgde Varkensdierenarts opgenomen dat dierenartsen meldingen kunnen doorgeven over het wel of niet aanwezig zijn dierziekten en verschijnselen en zoja welke. Dit houdt in dat wij via VeeOnline diagnoses en andere belangrijke diergezondheidsinformatie van de periodieke bedrijfsbezoeken digitaal vastleggen. Ook als er geen bijzonderheden zijn, geven wij dit door.

De diergezondheidsmonitoring richt zicbig-04 (Medium)h op het opvangen van zoveel mogelijk signalen uit het veld. Dierenartsen en veehouders geven deze signalen door aan de GD,  bijvoorbeeld via de GD Veekijker (telefonische hulpdienst voor dierenartsen) en via laboratoriumonderzoek van monsters en pathologisch onderzoek. De GD verzamelt al deze data en analyseert deze.

Een groot voordeel voor de varkenssector is dat de sector op een goede manier knelpunten in het antibioticabeleid kan onderbouwen, zodat altijd kan worden aangetoond dat gebruikte antibiotica ook verantwoord zijn ingezet.

Als er van voldoende bedrijven gegevens worden ingevuld in VeeOnline, ontstaat  een representatief totaaloverzicht van de aan- of afwezigheid van verschijnselen en mogelijke aandoeningen op de Nederlandse varkensbedrijven.

Wij hebben tot 1 januari 2016 de tijd om het systeem te testen. Daarna wordt het voor ons verplicht binnen de regeling Geborgde Varkensdierenarts om van 80% van de bezoeken een melding te maken. Binnen de Varkenspraktijk worden nu de eerste meldingen gedaan en binnenkort zal het gewoonte worden op van alle bezoeken een melding te doen.

Artikel De Varkenspraktijk, juli 2015, varkensarts Hilde Buitenhuis


Verplicht bloedonderzoek op varkensbedrijven

Benchmarkwaarden dierdagdoseringen 2015

Sinds 1 januari 2015 moeten de diergeneesmiddelen voor verschillende diercategorieën gescheiden worden. Vanaf afgelopen januari zijn de bestellijsten daarom aangepast en wordt meer nadruk gelegd op het gescheiden bestellen.
Stichting Diergeneesmiddelen Autoriteit  (SDA) is verantwoordelijk voor de juiste berekening van de dierdagdosering en stelt ook de benchmarkwaarden vast. Voor het jaar 2015 zijn de waarden opnieuw vastgesteld.

Diergewichten en aantallen
Met de controle van de IKB wordt nu bepaald hoeveel varkens in welke diercategorie op het bedrijf aanwezig zijn. Met deze aantallen wordt het totale diergewicht op een bedrijf bepaald. De medicijnleveringen worden door de dierenarts doorgegeven.
De gelten worden vanaf 1 januari 2015 vanaf een leeftijd van 7 maanden gerekend tot de dierdagdosering van de zeugen. Opfokvarkens vanaf 75 dagen tot de leeftijd van 7 maanden worden gerekend tot de dierdagdosering van vleesvarkens (zie tabel 1).

 

Dierdagdosering Diergroepen Leeftijd Standaard-gewicht (kg)
Zeugen/zogende biggen Zeugen (alle vrouwelijke dieren na 1e inseminatie), dekberen en zoekberen n.v.t. 220
Zuigende big 0-25 dagen 4,5
Gelt 7 mnd tot 1e inseminatie 135
Gespeende biggen Gespeende biggen 25-74 dgn 17,5
Vleesvarkens Vleesvarkens 75 dgn tot slachtrijpe leeftijd 70
Opfokvarkens 75 dgn tot 7 mnd 70

Tabel 1: indeling van diergroepen in de dierdagdosering en standaardgewichten.

Normen
Ten opzichte van 2014 zijn de normen voor de zeugen en vleesvarkens niet veel veranderd. Voor de nieuwe diercategorie speenbiggen zijn de waarden vastgesteld op >22 dierdagdoseringen oranje en >60 dierdagdoseringen in het rood. Dit is weergegeven in tabel 2.

Ieder varkensbedrijf kan in 2015 maximaal drie dierdagdoseringen krijgen. Bedrijven in het oranje gebied zijn gewaarschuwd dat het gebruik van antibioticum aandacht verdient, maar verder dwingende maatregelen zijn nog niet noodzakelijk. Bedrijven met een dierdagdosering in het rode gebied moeten actie ondernemen. Deze bedrijven moeten samen met de dierenarts een aanvullend bedrijfsgezondheidsplan maken met daarin de maatregelen om het gebruik van antibioticum te reduceren.

Benchmarkwaarden 2015
Groen Oranje Rood
Zeugen/zogende biggen 0-10 10-20 > 20
Gespeende biggen 0-22 22-60 > 60
Vleesvarkens/opfokvarkens tot 7 maanden 0-10 10-12 > 12

Tabel 2: benchmarkwaarden 2015 voor de verschillende dierdagdoseringen.

Nieuwsbrief De Varkenspraktijk, april 2015, varkensarts Marc Schyns


PED: virusdiarree bij varkens

PEDvirusGezien de recente besmettingen op acht varkensbedrijven in Nederland zullen de varkensartsen van de Varkenspraktijk de komende tijd extra maatregelen nemen met betrekking tot hygiëne. In dat kader volgen wij de protocollen zoals gemaakt door de Gezondheidsdienst voor het bezoek aan varkensbedrijven.
Het PED-virus wordt niet verspreid via de lucht, maar via varkens, mest en materiaal. Graag willen wij een aantal zaken extra onder de aandacht brengen.

Het PED-virus is NIET gevaarlijk voor de volksgezondheid, maar wel voor uw biggen, zeugen en vleesvarkens!

Het betreden van het varkensbedrijf

  • De auto wordt het liefst aan de openbare weg of een schone parkeerplaats geparkeerd. Daar wordt gebruik gemaakt van overschoenen om richting de hygiënesluis te lopen. Een plaats waar de erfbetreders overschoenen of ander materiaal kunnen weggooien (vuilnisbak) aan de openbare weg of bij de parkeerplaats bij het verlaten van het bedrijf is vandaar gewenst.
  • De vuile weg (het gedeelte waarover de wagens voor transport van varkens, voer en mest rijden) dient vermeden te worden om naar de hygiënesluis te gaan.

Hygiënesluis

  • Indien mogelijk, is douchen voor en na een bedrijfsbezoek de effectiefste wijze om niets mee te brengen in het bedrijf en naar een volgend bedrijf. Op bedrijven waar het mogelijk is, gebruiken wij bij voorkeur altijd de douche. Zorg daarom voor voldoende schone kleding, handdoeken en zeep/shampoo.
  • Een hygiënesluis dient de scheiding te zijn tussen het vuile gedeelte (“buiten”) en het schone gedeelte (“binnen”). Zorg er daarom voor dat er een duidelijke scheiding is tussen beide delen.
  • Daarnaast is het wassen van handen en ontsmetten van de handen ook belangrijk. Zorg voor faciliteiten om spullen en handen te wassen en ontsmetten.

Diarree of uitval bij de varkens

  • Indien er diarree is bij varkens op het bedrijf of de uitval hoger is dan gebruikelijk, neem dan direct contact op met de begeleidende dierenarts. Ook wanneer deze komt voor een regulier bezoek.
  • De diagnostiek geschiedt door het nemen van mestmonsters of het insturen van varkens naar de Gezondheidsdienst. De dierenarts zal daarvoor een verder plan van aanpak maken.

 

Omdat het PED-virus vastgesteld is bij een aantal Nederlandse bedrijven dienen we extra voorzichtig te zijn met alles en iedereen die op het bedrijf komt. Met goede hygiënemaatregelen kan het virus buiten de deur gehouden worden. Denk ook aan het transport van uw varkens en maak daarover afspraken met handelaar/transporteur.

 

Goed voorbeeld doet volgen. Dus zorg ervoor dat u en uw personeel ook het goede voorbeeld geven en daarmee ook verwachten van iedere erfbetreder dat het zo gebeurt. Mochten er nog vragen zijn, neem dan gerust contact op met de praktijk of uw dierenarts!

 

De varkensartsen van De Varkenspraktijk

Varkenspraktijk locatie Someren:          tel 0493-441044

Varkenspraktijk locatie Oss:                 tel 0412-676060

 

De Varkenspraktijk, januari 2015, varkensarts Marc Schyns


Poster Varkensarts Marrina Schuttert gepresenteerd op IPVS (dierenartsen congres in Mexico)

Two commercial one-shot Mhyo vaccine show comparable production results in a large Dutch fattening farm. Onder deze titel wordt dit onderzoek beschreven op de poster van varkensarts Marrina Schuttert. 

Klik hier om naar de poster te gaan.


An easy-to-use scoring system for monitoring tail biting lesions in pig herds

Onlangs hebben Marrina Schuttert, Rudolf Raymakers en Tommy van Limbergen met D. Maes een easy uitgebracht.
Klik hier om naar de easy te gaan.


Rapport ‘Het gebruik van antibiotica bij landbouwhuisdieren in 2013’

Het SDa-rapport ‘Het gebruik van antibiotica bij landbouwhuisdieren in 2013’; Trends, benchmarken bedrijven en dierenartsen’ is sinds 17 juni 2014 beschikbaar.

Klik hier om naar het rapport te gaan.


Betreft: antibioticaregelgeving mei 2014

De gevolgen van antibioticaregelgeving

voor uw bedrijf

De nieuwe antibioticaregelgeving is in maart 2014 ingegaan. Tijdens onze bedrijfsbezoeken worden de gevolgen van deze regels voor uw bedrijf besproken. De interpretatie van de regelgeving bleek echter op enkele punten niet geheel eenduidig en heeft onder dierenartsen voor discussie gezorgd.

We hebben daarom voor u hieronder de praktische invulling van de regels over antibioticagebruik en de toegestane voorraad op een bedrijf uiteen gezet.

1-    Eerste keus middelen voor individuele behandeling en deelkoppelbehandeling

In het Bedrijfsbehandelplan (BBP) staat vermeld per diergroep en per aandoening welke eerste keuze antibiotica op uw bedrijf gebruikt mogen worden. Deze eerste keuze middelen mogen constant voor handen zijn op het bedrijf. De voorraad mag niet te groot zijn, namelijk voor maximaal 15% van de aanwezige en mogelijk vatbare dieren.

De merknaam, datum, hoeveelheid en aantal dieren na toedienen goed noteren op de afdelingskaart. Dit is belangrijk om terug te kunnen vinden waarvoor en wanneer de antibiotica gebruikt is. Dit geldt uiteraard voor al het medicijngebruik.

2-    Eerste keus antibiotica voor koppelmedicatie van de gehele koppel

Koppelmedicatie dient voorgeschreven te worden door uw dierenarts.  Uw dierenarts noteert de antibioticakuur, diergroep, locatie, hoeveelheid dieren, lengte van de kuur en natuurlijk de redenen om het middel voor te schrijven in een bezoekverslag.

3-    Tweede keus middelen

Dit  zijn antibiotica die ook bij de humane gezondheidszorg van groot belang zijn en waarbij de kans op resistentieontwikkeling direct gevaar kan vormen voor mensen.

Zowel voor tweede keuze injectiepreparaten als koppelbehandeling geldt dat deze alleen op voorschrift van uw dierenarts ingezet mogen worden. De dierenarts dient goede argumenten te hebben om het gebruik van een tweede keuze middel te kunnen rechtvaardigen, bijvoorbeeld via onderbouwing aan de hand van sectie uitslagen.

4-    Tweede keus middelen voor geboorte- en speendiarree door E. Coli en hersenvliesontsteking door Streptococcen

Voor bovengenoemde aandoeningen geldt  tot maart 2016 een uitzondering.

Voor deze drie aandoeningen mag een beperkte hoeveelheid tweede keuze middel op het bedrijf aanwezig zijn tot maximaal 14 dagen na het laatste bedrijfsbezoek van uw dierenarts.

Dit houdt dus in dat u 2e keuze middelen voor geboortediarree, speendiarree en hersenvliesontsteking op voorraad mag hebben mits uw dierenarts elke 2 weken uw bedrijf bezoekt en het antibioticagebruik in het bezoekverslag vastlegt en goed onderbouwt.

Naast een Bedrijfsbehandelplan dient er een Bedrijfsgezondheidsplan (BGP) op het bedrijf aanwezig te zijn.

In het BGP wordt het plan van aanpak vermeld om onder andere het antibioticagebruik te verlagen. Ook in de bezoekverslagen zal regelmatig terugkoppeling plaatsvinden naar het plan van aanpak.

Kort samengevat:

Eerste keuze middelen vermeld in het bedrijfsbehandelplan, mogen in beperkte mate op voorraad aanwezig zijn op het bedrijf.

Tweede keuze middelen voor E Coli diarree en hersenvliesontsteking mogen tot maximaal twee weken na het bedrijfsbezoek op het bedrijf aanwezig zijn

Alle overige middelen mogen niet op voorraad aanwezig zijn, alleen op het moment dat er gekuurd wordt volgens voorschrift van de dierenarts.

Er van uit gaande hiermee onduidelijkheid rondom antibioticagebruik nader toegelicht te hebben. Mochten er na het lezen van deze brief toch nog vragen zijn, neem dan contact op met de begeleidend dierenarts.

Tineke van Gisteren, Mei 2014


Bio security reeks: Deel I

Quarantaine en adaptatie van gelten?

Om de kans op ziekte insleep te verkleinen bij aanvoer van gelten is een goede quarantaine en adaptatie nodig.  Wat is nu precies een goede quarantaine en adaptatie en waarom is deze zo belangrijk?

Quarantaine is het tijdelijke afzonderen van de (aangevoerde) gelten van de rest van het bedrijf.  De gelten kunnen namelijk besmet zijn met ziekte kiemen die (nog) niet op het bedrijf aanwezig zijn. In de periode van 6 weken die er voor een quarantaine periode staat wordt er gekeken of de dieren ziek worden en kan er onderzoek gedaan worden naar welke ziektekiemen de gelten bij zich hebben.  Het is dan ook van groot belang dat de stal of afdeling voor quarantaine (en adaptatie) volledig gescheiden is van de rest van het bedrijf. Dat wil zeggen aparte luchtinlaat, putten, afzonderlijke toegang via hygiënesluis, eigen laarzen en kleding, materialen, etc.

Na de periode van quarantaine volgt een periode van adaptatie. Adaptatie wil zeggen aanpassen van de gelten aan het bedrijf.  Dit is niet alleen aanpassen aan de ziektekiemen van het bedrijf maar ook aan de omstandigheden.

Aanpassen aan ziektekiemen die op het bedrijf aanwezig zijn gaat bij voorkeur via vaccinatie. Laat de bedrijfsdierenarts dan ook een goed vaccinatie schema opstellen voor de gelten, zodat deze bij inzet in zeugenstal goed beschermd zijn tegen de op het bedrijf aanwezige ziektekiemen. Naast vaccinaties kan het zinvol zijn om de gelten in de adaptatieperiode in contact te laten komen met (slacht)zeugen.

Aanpassen aan de omstandigheden doe je door de gelten te laten wennen aan onder andere het huisvestingssysteem. Voor inseminatie moeten de gelten een tijd in de box hebben gestaan en als er gebruik wordt gemaakt van bijvoorbeeld voerstations moeten de gelten in de adaptatie al aangeleerd worden zodat ze het systeem al kennen bij inzet in de zeugenstal.

Doel van quarantaine is dus om te voorkomen dat de gelten nieuwe ziektekiemen het bedrijf binnen brengen. De adaptatie is om de dieren te laten wennen aan de omstandigheden op het bedrijf en te voorkomen dat de gelten ziek worden van de op het bedrijf aanwezig ziektekiemen.

Artikel varkensarts John van der Wielen, mei 2014
Klik hier om naar een artikel te gaan voor aanvullende informatie.


Afrikaanse varkenspest folder

Afrikaanse varkenspest blijft een dreiging vormen voor de Europese varkenshouderij. Het virus zorgt voor problemen in grote delen van Rusland, uitbraken zijn gemeld op bedrijven die niet ver van de grens met de EU liggen. Acute uitbraken worden in Rusland doeltreffend bestreden maar het virus circuleert ook onder wilde zwijnen waardoor het  zich verder zou kunnen verspreiden. De klinische verschijnselen zijn niet te onderscheiden van Klassieke Varkenspest. In Europa komt de ziekte alleen op het Italiaanse eiland Sardinië voor. Transport van varkens en varkensvleesproducten vanaf het eiland is niet toegestaan. AVP kan, net als Klassieke Varkenspest, ook worden veroorzaakt door vlees- of  restproducten uit keukens die onvoldoende zijn verhit en aan varkens worden gevoerd (swill voedering)  Dit is in Nederland verboden.

Klik hier voor meer uitgebreide informatie  over AVP.


Het VKI (Voedsel Keten Informatie)formulier

 Wat is VKI?

Veehouders hebben enkele verplichtingen voordat varkens naar het slachthuis kunnen. Zo moeten de varkens worden vergezeld van Voedsel Keten Informatie (VKI).

De veehouder moet deze (keten)informatie over de gezondheid van dieren en over het bedrijf geven. Het is de verantwoordelijkheid van de veehouder dat deze gegevens correct en volledig bijgehouden en ingevuld worden.  Door zijn/haar handtekening verklaart de veehouder dat het formulier correct is ingevuld.

Hierdoor maakt VKI het voor de toezichthouder in het slachthuis, mogelijk om beter en gerichter te keuren.  Zo draagt de informatie bij aan een optimalisering van de  voedselveiligheid.

 

Het valt ons op dat dergelijke formulieren vaak al ingevuld zijn voordat de varkenshouder deze onder ogen krijgt. De varkenshouder is echter de aangewezen persoon om het formulier correct in te vullen. Hieronder twee voorbeelden om aan te geven hoe hier netjes mee om te gaan:

 

Afvoer vleesvarkens

Varkens die 4 weken voor slachten  gedurende 5 dagen met doxycycline (wachttijd vlees: 5 dagen) worden behandeld, vallen op het moment van slachten niet binnen de wachttijd en mogen dus, zowel wettelijk als volgens IKB, normaal geslacht worden. Er is dus ook geen enkele reden om dit niet op het VKI-formulier te melden. Het niet melden van dusdanige behandelingen is zelfs valsheid in geschrifte en kan boetes opleveren.

 

Slachtbiggen & coccidiostaticum

Veel biggen worden met een coccidiostaticum behandeld op een leeftijd van 3 dagen om een infectie met coccidiose te voorkomen. De wettelijke wachttijd van dit product is 77 dagen. Op 10 weken leeftijd – een gangbare leeftijd voor slachtbiggen- bevinden zij zich binnen de wachttermijn van het toegediende diergeneesmiddel en mogen ze wettelijk niet worden geslacht. Wanneer deze behandeling correct wordt ingevuld, zullen ze geweigerd (moeten) worden voor de slacht. De enige correcte handeling voor biggen behandeld met een coccidiostaticum, is biggen leveren vanaf 80 dagen leeftijd.

Bron www.pve.nl
Artikel geplaatst op 09-08-2013

Meer informatie over dit onderwerp? Klik hier.


Tijdens onze aanwezigheid op de Open Innovatie Dagen in Sterksel (14-15 juni 2013) had De Varkenspraktijk als thema:

 

“Samen kom je verder!”

Enkele voorbeelden van samenwerkingen die op dit moment plaatsvinden tussen De Varkenspraktijk en vele andere partijen, of in het verleden hebben plaatsgevonden zijn hieronder weergegeven.

 

De Open Innovatie Dagen werden gehouden op vrijdag 14 juni en zaterdag 15 juni 2013.

 

 

 

 

 

 


Presentatie Marrina Schuttert, 13-03-2013, studieavond veehouders BBD

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *