Benchmarkwaarden dierdagdoseringen
Sinds 1 januari 2015 moeten de diergeneesmiddelen voor verschillende diercategorieën gescheiden worden. De bestellijsten zijn daarom aangepast er wordt meer nadruk gelegd op het gescheiden bestellen. Stichting Diergeneesmiddelen Autoriteit (SDA) is verantwoordelijk voor de juiste berekening van de dierdagdosering en stelt ook de benchmarkwaarden vast. Voor het jaar 2015 zijn de waarden opnieuw vastgesteld. Diergewichten en aantallen Met de controle van de IKB wordt nu bepaald hoeveel varkens in welke diercategorie op het bedrijf aanwezig zijn. Met deze aantallen wordt het totale diergewicht op een bedrijf bepaald. De medicijnleveringen worden door de dierenarts doorgegeven. De gelten worden vanaf 1 januari 2015 vanaf een leeftijd van 7 maanden gerekend tot de dierdagdosering van de zeugen. Opfokvarkens vanaf 75 dagen tot de leeftijd van 7 maanden worden gerekend tot de dierdagdosering van vleesvarkens (zie tabel 1).
Tabel 1: indeling van diergroepen in de dierdagdosering en standaardgewichten
Normen Ten opzichte van 2014 zijn de normen voor de zeugen en vleesvarkens niet veel veranderd. Voor de nieuwe diercategorie speenbiggen zijn de waarden vastgesteld op >22 dierdagdoseringen oranje en >60 dierdagdoseringen in het rood. Dit is weergegeven in tabel 2.
Ieder varkensbedrijf kan in 2015 maximaal drie dierdagdoseringen krijgen. Bedrijven in het oranje gebied zijn gewaarschuwd dat het gebruik van antibioticum aandacht verdient, maar verder dwingende maatregelen zijn nog niet noodzakelijk. Bedrijven met een dierdagdosering in het rode gebied moeten actie ondernemen. Deze bedrijven moeten samen met de dierenarts een aanvullend bedrijfsgezondheidsplan maken met daarin de maatregelen om het gebruik van antibioticum te reduceren.
Tabel 2: benchmarkwaarden 2015 voor de verschillende dierdagdoseringen.
Nieuwsbrief De Varkenspraktijk, april 2015, varkensarts Marc Schyns