Trillende big komt op elk bedrijf wel eens voor

Laat dieren ruim voor de eerste dracht met elkaar in contact komen, dan is de kans op trilbiggen het kleinst.

Als je niet tegen bloed kunt, dan is het fotobestand op mijn telefoon geen pretje om naar te kijken. Want tussen de gezellige familieplaatjes staan foto’s van secties die ik doe op varkensbedrijven: opengesneden dode varkens en bloederige organen met ontstekingen. Er staan foto’s in van zieke varkens die we via de varkensartsen groepsapp uitwisselen. Ook van varkenshouders krijg ik regelmatig wat doorgestuurd. Foto’s en filmpjes zijn vaak zoveel duidelijker dan alleen woorden.

Een vreemd en sneu gezicht, zo’n hele toom biggen
die constant trilt en amper kan drinken

Een filmpje in mijn telefoon dat ik echter met een gerust hart aan iemand met een zwakke maag zou kunnen laten zien, is er een van trillende biggetjes. Het is een vreemd en sneu gezicht, zo’n hele toom biggen die constant trilt en daardoor amper hun speen kan vasthouden om te drinken. Op elk bedrijf komt het wel eens voor, al is het een zeldzaamheid.

Meestal is trilziekte bij pasgeboren biggen het gevolg van een infectie die tijdens de eerste helft van de dracht is opgelopen. Dan is namelijk het zenuwstelsel van de foetussen in ontwikkeling. Als dit incidenteel voorkomt wordt er meestal geen verder onderzoek naar gedaan. Het krijgt pas een naam als het grotere gevolgen heeft.

Virus APPV

Een bedrijf waar ik de bedrijfsbegeleiding doe, deed enkele jaren jaren geleden een forse uitbreiding met jonge zeugen. Het kampte daarna met een enorme golf van problemen. Veel trillende biggen, hoge uitval en diverse ziekten omdat de biggen veel minder weerstand hadden. Ook in de tijd erna werden er regelmatig trillende biggen geboren. De oorzaak: APPV, het Atypische Porciene PestiVirus.

Het virus wordt verspreid via een horizontale infectie. Dat wil zeggen dat het virus tussen varkens onderling in een hok of afdeling verspreid wordt. De dieren raken besmet, scheiden dan tijdelijk virus uit, overwinnen de infectie en bouwen daarna afweerstoffen op zodat ze beschermd raken tegen de ziekte. Daarnaast is er verticale transmissie. Wanneer een zeug in de dracht besmet wordt, kan ze biggen krijgen die hun leven lang drager zijn van het virus en constant andere varkens kunnen besmetten. Het betreft trilbiggen, maar het kan ook zo zijn dat er niets te zien is aan deze dragerdieren.

Plan van aanpak

In een duidelijk plan van aanpak zijn op het bedrijf jarenlang de gelten bestemd voor eigen fokkerij als jonge big al getest op de aanwezigheid van het virus. Dit bleek een goed effect te hebben, er zijn de laatste jaren nog maar nauwelijks positieve biggen geboren.

Het is nog niet bekend of er volledige eradicatie van APPV heeft plaatsgevonden. Dat zou mooi zijn, maar is geen absolute vereiste. Adaptatie is het sleutelwoord, laat de dieren maar ruim voor de eerste dracht met elkaar in contact komen dan is de kans op trilbiggen het kleinst en zal de ziekte verder uitdoven.

Kennis opdoen

Zo heeft elke bacteriële, parasitaire of virusziekte zijn eigen infectieroute en aanpak. Ook bij het coronavirus in de veel complexere mensenwereld wordt stap voor stap steeds meer kennis opgedaan. Hopelijk komt voor iedereen het uitzicht op een gewonere, gezondere wereld om in te leven snel in beeld.

12 november 2020/Tineke van de Veerdonk/BOERDERIJ

Heeft u vragen over dit artikel? Tineke of een van de andere varkensartsen staan u graag te woord. U kunt ons bereiken via info@DeVarkenspraktijk.nl of per telefoon:
Mill: +31 (0)485 24 00 00
Oss: +31 (0)412 67 60 60
Someren: +31 (0)493 44 10 44