Varkensarts Marrina Schuttert doet haar best varkenshouders te bewegen de biggenuitval te verlagen.
Varkensarts Marrina Schuttert stond min of meer aan de wieg van de checklist bigvitaliteit. Een lijst met succesfactoren om de bigoverleving in de zoogperiode te verhogen. De controlelijst is opgesteld in opdracht van de Stuurgroep Bigvitaliteit, die valt onder de verantwoordelijkheid van de POV.
De lijst legt sterke en minder sterke punten op een bedrijf bloot in relatie tot de bigoverleving. Het document legt telkens verband tussen één parameter in relatie tot de uitval van zogende biggen. Een paar voorbeelden zijn oppervlakte kraamhok, biggewicht of melkvervanger verstrekken. Als een varkenshouder of zijn adviseur ‘ja’ invult achter een bepaalde parameter, dan zit het op dat punt goed met de bigoverleving op het bedrijf. Als ‘nee’ wordt ingevuld, geldt het tegenovergestelde. Dan bestaat op dat punt wellicht de mogelijkheid om de biggenuitval te reduceren.
3 protocollen om biggensterfte te verlagen
Dierenarts Schuttert is niet de ontwikkelaar van de checklist. Dat is het werk van een groep varkensartsen en Wageningen UR. De checklist is een graadmeter. Om de varkenshouder handvatten te geven om de biggensterfte te verlagen, zijn drie protocollen aan de lijst toegevoegd. Protocol 1 gaat in op de gewenste werkwijze voor de opfok van gelten. Nummer 2 gaat in op de zorg rond de geboorte. Protocol 3 betreft het reinigen en ontsmetten op het bedrijf. Drie zaken op zeugenbedrijven die van grote invloed zijn op de overlevingskansen van biggen, vandaar dat de protocollen hierop inhaken.
Volgens Schuttert is een hogere productie met lagere uitval te combineren. Foto: Hans Banus
Onlangs presenteerde u in Eindhoven de checklist aan de varkenshouders. Hoe heeft u dat ervaren?
“Positief. De twee sessies die Linda Janssen en ik verzorgden zijn goed bezocht. De varkenshouders op het symposium waren dus nieuwsgierig naar de checklist en de voorgestelde aanpak om de biggenuitval terug te dringen. Er is ook veel gediscussieerd. Een aantal bezoekers noemt maatregelen die op hun bedrijf tot minder uitval leiden. Dat is interessant. Als de aanpak van deze varkenshouders slaagt, geeft hen dat een goed gevoel. Collega’s kunnen daar ook weer van leren.”
‘Tegenover buitenstaanders van de varkenshouderij is het niet uit te leggen dat 15%, of misschien wel 20% van de dieren dat wordt geboren nooit de slachtlijn haalt’
“De checklist is ook ter discussie gesteld. Dat is niet erg. Het is een dynamische lijst die indien noodzakelijk wordt aangepast. Een stukje cynisme is ook merkbaar. Ik heb mij voorgenomen niet aan dat cynisme mee te doen en laat me niet van de wijs brengen. Ik ga gewoon mijn best doen de discussie over de verlaging van de biggenuitval levend te houden op de bedrijven waar ik kom en collega’s van mij gaan dat ook doen.”
Waarom is verlaging van de biggenuitval belangrijk?
“Verlaging van de biggensterfte is een thema dat de sector niet kan negeren. De veehouderij ligt maatschappelijk onder een vergrootglas. Als je als sector op dit punt wordt aangesproken, ben je wel uitleg schuldig. Tegenover buitenstaanders van de varkenshouderij is het niet uit te leggen dat 15%, of misschien wel 20% van de dieren dat wordt geboren nooit de slachtlijn haalt. We moeten ons als varkenssector aangesproken voelen in deze discussie. Door de biggenuitval te verlagen, nemen we critici de wind uit de zeilen.”
Uitval verlagen is lucratief voor de varkenshouder
“Tot zover de ethische kant van discussie. Er zit ook een economische kant aan het verhaal. Voor iedere varkenshouder is het simpelweg lucratief om de uitval te verlagen. Het zijn netto-biggen die uitvallen. Boeren houden varkens om geld mee te verdienen. Een varkenshouder vindt het net zo min leuk als biggen doodgaan. Dat stimuleert niet.”
Marrina Schuttert (51)is varkensarts en lid van de expertgroep bigvitaliteit. Schuttert werkt bij De Varkenspraktijk, locatie Someren, een dierenartsenpraktijk met 12 varkensartsen. Via de beroepsorganisatie van de dierenartsen, KNMvD, zit Schuttert in de expertgroep bigvitaliteit. Foto: Bert Jansen
De checklist is een feit. Wat raadt u varkenshouders aan als eerste te doen?
“Ten eerste de lijst op een donkere winteravond eens op het gemak door te lezen. Stap twee is de lijst te gebruiken om de discussie over biggensterfte aan te gaan met de dierenarts en de overige adviseurs. De lijst is een beetje een festival van de open deuren. Niettemin blijkt na de bedrijfsinventarisaties dat bij elk genoemd onderwerp een verband is met de biggensterfte. De checklist is bedoeld als hulpmiddel om de sterke en zwakke punten op het bedrijf bloot te leggen.”
‘De lijst is een beetje een festival van de open deuren’
“Vervolgens hangt het van de omstandigheden op het bedrijf af hoe men de overlevingskansen van de biggen wil vergroten. Dat is maatwerk. De lijst is geen kookboek met universele tips die overal effectief zijn. Het is ook niet zo als je één tip van de lijst opvolgt en de uitval aantoonbaar zakt. Het is de bedoeling per bedrijf te kijken wat er allemaal mogelijk is om de uitval te verlagen.”
Varkenshouder bepaalt het succes aanpak biggensterfte
Ik kan mij voorstellen dat een deel van de varkenshouders niet zit te wachten op meer verplichtingen en reageert van ‘wij moeten al zoveel.’ Desondanks bepaalt de varkenshouder of het verlagen van de biggenuitval een succes wordt op zijn bedrijf. De erfbetreders denken mee over de aanpak en reiken oplossingen aan. Als een varkenshouder de uitval geen probleem vindt en de wil ontbreekt om deze te verlagen wordt het lastig om de biggensterfte omlaag te krijgen.”
Het groeiend aantal biggen per worp maakt verlaging van de uitval niet eenvoudiger, lijkt mij. Is dat zo?
“Ja, dat zorgt voor een extra moeilijkheidsgraad bij de aanpak. Desondanks is een hogere productie met lagere uitval te combineren. Dat blijkt ook uit onze bedrijfsbezoeken; er is geen verband tussen worpgrootte en uitval. Die extra biggen gaan komen. Daarom wordt het management om ze groot te brengen steeds belangrijker. Het geboortegewicht van de biggen daalt met grotere tomen. De zeugen en pasgeboren biggen vragen daarom meer aandacht. Het vraagt ook meer vakmanschap van de verzorger. De kans dat een big onder de kilo uitvalt is groter dan een big boven de kilo.”
Voor checklist 74 bedrijven bezocht
De checklist bigvitaliteit is het resultaat van uitgebreide inventarisaties naar de risico’s en succesfactoren voor biggensterfte, op 74 gangbare varkensbedrijven. Om een goed beeld te krijgen van de succesfactoren en risico’s voor de uitval zit op de helft van de onderzochte bedrijven de uitval onder de 12% en op de andere helft boven de 15%. De gevonden factoren zijn onderverdeeld in zeven categorieën. In de biologische varkenshouderij zijn tien bedrijven onder de loep genomen. De resultaten daarvan werken dierenartsen en de boeren momenteel samen uit.
“Het begint met een excellente biest- en melkvoorziening en goede opname door de biggen. Overigens is niet alleen de toomgrootte een aandachtspunt. De stuurgroep vindt dat de zeugen hun eigen biggen groot dienen te brengen, eigenlijk zonder het overleggen van biggen.”
Vormen die lichte, kwetsbare biggen geen gezondheidsrisico op de bedrijven?
“Niet per definitie. Als een lichte big de juiste zorg krijgt kan deze ontwikkelen tot een prima varken.”
Op nogal wat bedrijven wordt overgeschakeld naar vleesrijkere, productievere zeugen. Dat is wennen voor de boer. Leidt zo’n transitie tot meer biggenuitval?
“Deze ontwikkeling is ruim vijf jaar geleden al ingezet met de introductie van de Deense zeug in Nederland. Ik denk niet dat de zeugen die fokkerijbedrijven tegenwoordig fokken tot meer uitval leiden. De zeugen van vandaag zijn goede moeders die veel melk voor hun biggen produceren. Bij deze ‘moderne’ zeugen zit wel een andere gebruiksaanwijzing dan bij hun voorgangsters. Met name de opfok is belangrijk, zodat ze op het juiste gewicht zijn bij de eerste inseminatie. De voeding is sowieso erg belangrijk tijdens de hele cyclus van de zeugen. Het is belangrijk dat de zeugen in de kraamstal en het begin van de dracht goed doorvreten.”
‘Bij ‘moderne’ zeugen zit een andere gebruiksaanwijzing dan bij hun voorgangsters’
“Op dat moment wordt alweer de basis gelegd voor de volgende toom. Met de checklist wordt duidelijk waar je als zeugenhouder in deze fase invloed uit kunt oefenen om tijdens de volgende worp een grote toom, met sterke biggen te produceren. Het komt wel meer dan voorheen aan op goed vakmanschap. Het management is met deze vleesrijke zeugen eerder de beperkende factor om een goede toom biggen te produceren dan de dieren zelf.”
Die extra biggen gaan komen. Daarom wordt het management om ze groot te brengen steeds belangrijker, zegt varkensarts Marrina Schuttert. Foto: Henk Riswick
Gaat de checklist effect sorteren?
“Daar heb ik veel vertrouwen in. Tegelijk wil ik realistisch blijven. Het zou mooi zijn als de uitval dit jaar gelijk blijft of een fractie zakt. Dat is al een hele prestatie. Het is niet logisch om te verwachten dat de uitval binnen een jaar 3% zakt. Ik wil iedereen aansporen de checklist te gebruiken als vertrekpunt om de biggensterfte omlaag te brengen. Ook boeren die al een lage uitval hebben. Voor hen is het een bevestiging dat je het op dit punt wel goed doet. Gewoon met de lijst aan de slag. Dan komt er iets op gang in de sector en gaat de uitval omlaag.”
Bij veel verbeterplannen in de varkenshouderij blijven de resultaten langer uit dan gehoopt. Vormt dit een risico dat boeren voortijdig het bijltje erbij neergooien?
“Dat is inderdaad een valkuil, maar dat is met vrijwel alles zo. Varkens houden is niet alleen topsport, maar ook duursport. Het is daarom aan te raden vooraf een tijdspad uit te stippelen waarin staat wanneer je wat bereikt wilt hebben. Door deze aanpak te kiezen ontstaat het besef dat het een zaak is van de lange termijn. Er zijn heel veel factoren die invloed hebben op de biggenuitval. Met veel daarvan dient de varkenshouder te variëren. Biggensterfte is een multifactorieel probleem. De verlaging van de uitval slaagt alleen met een totaalaanpak van het probleem.”
BOERDERIJ/14 februari 2018/ Kees van Dooren