In de zeugenhouderij lopen gezondheidskosten op. Uit cijfers van Agrovision in Deventer, leverancier van agrosoftware, blijkt dat in 2015 de gemiddelde kosten €78 per zeug bedroegen, tegen €59 in 2010. Het algemene beeld is dat kosten voor medicijnen en behandelingen plaats hebben gemaakt voor preventiekosten. Met name de toename in vaccinaties van biggen wordt genoemd als reden voor oplopende gezondheidskosten. Overigens blijven gezondheidskosten op bedrijven met vleesvarkens al jaren nagenoeg gelijk; bij Agrovision schommelt het de afgelopen vijf jaar tussen €1 en €1,20 per varken.
Vaccinaties nu ook kostenpost
Vaccinaties worden gebruikt om risico’s op een uitbraak te beperken of de gevolgen van een ziekteverwekker te verkleinen. Op bedrijven met een ziektedruk kan het noodzaak zijn. Dierenartsen zien door steeds meer geboren biggen en meer vleesrijke zeugen een steeds engere basis voor de gezondheid. Ook schaalvergroting kan een factor zijn als het managementniveau niet gelijkmatig meegroeit. Vanzelfsprekend betekent meer biggen per zeug meer vaccinaties, dus meer kosten per zeug.
Een andere belangrijke reden voor vaccinatie is de markt. Naast standaardvaccinaties tegen PRRS, Circo en mycoplasma wordt vanuit Duitsland steeds vaker een enting tegen salmonella en/of APP gevraagd. Duitsers wilden altijd al een probleemloze mestperiode en door aangescherpt medicijngebruik zijn eisen nog strenger. Maar ook voor afzet in Nederland ligt de lat steeds hoger en zijn vaccinaties de (schijn)verzekering om het in de mesterij goed te laten lopen.
Vaccineren heeft nadelen. Niet alleen de kosten, ook kunnen de biggen een paar dagen van slag zijn. Het vaccin bootst immers een ziekte na, waar ze ook echt last van kunnen hebben. Verder staat het verstrekken van middelen in de maatschappelijke belangstelling.
Werken aan lagere gezondheidskosten gaat het best in overleg met de afnemer van de biggen. Mogelijk kunnen vaccinaties vervallen. Daarvoor moet wel de basis van de gezondheid in orde zijn.
Uitschieters tot €200
Afgelopen jaar heeft Wageningen Economic Research de gezondheidskosten geanalyseerd. Een gemiddeld zeugenbedrijf geeft bijna zestig vaccinaties per jaar per zeugenplaats: 35% tegen Circo, 31% tegen mycoplasma, 12% tegen PRRS en 22% tegen overige ziektes. Volgens Nico Bondt, economisch onderzoeker bij WER, zijn de verschillen tussen bedrijven zeer groot. In de analyse lagen de gemiddelde kosten op €88. Bij de helft van de bedrijven met de hoogste kosten is dat €103; bij bedrijven met de laagste kosten is dat €59 per zeug. Dierenartsen komen in de praktijk uitschieters tot wel €200 per zeug tegen. Dat zijn niet per se kleine of onprofessionele bedrijven. Uit deze analyse blijkt dat ruim 40% van de verschillen in diergezondheidskosten valt te verklaren uit het aantal vaccinaties.
Volgens Bondt geven de cijfers aan dat een verlaging van gezondheidskosten mogelijk is. Hoewel het als percentage van de totale kosten wel meevalt, is €30 per zeug verschil in gezondheidskosten bij 500 zeugen toch €15.000 per jaar. En een stijging van €1 moet een zeugenhouder compenseren met een 5% hogere voerwinst. “Het is goed de situatie regelmatig tegen het licht te houden en te kijken of vaccinaties die in het verleden zijn ingezet nog nodig zijn.”
Verschillen tussen landen
Vergeleken met andere Europese varkenslanden zijn de gezondheidskosten in Nederland niet bijzonder hoog. Het valt WER-varkenseconoom Robert Hoste op dat juist Nederland en Denemarken, twee fors op Duitsland exporterende landen, een sterke kostenstijging hebben. In Duitsland zelf liggen de gezondheidskosten per zeug nog hoger en ze nemen jaarlijks toe. “In Frankrijk is de stijging veel minder sterk, waarschijnlijk door de andere exportpositie van biggen.”
Het ‘markteffect’ is deels te zien in een vergelijking tussen gespecialiseerde en gesloten zeugenbedrijven. Uit cijfers van Agrimatie, de Wageningse website met onderzoeksresultaten, blijkt dat de gezondheidskosten vorig jaar op gespecialiseerde zeugenbedrijven €94 bedroegen. Op gesloten bedrijven was dat €81. Het verschil van €13 is deels te verklaren door de optimale match op het eigen bedrijf en het ontbreken van een dicterende afnemer.
‘Terug naar de basis’
Ook dierenartsen benadrukken dat varkenshouders scherp moeten blijven op de gezondheidskosten. Als de markt vaccinaties vraagt, is daar vaak weinig aan te doen. Maar niet alleen vaccinaties bepalen de gezondheidskosten. Bas Kolpa, varkensdierenarts bij Oosthof Dierenartsen in Oost-Nederland en de Universitaire Landbouwhuisdieren Praktijk (ULP) in Harmelen, noemt werken aan een hogere gezondheid het belangrijkste wapen. “Terug naar de basis, zoals via bioveiligheid en beter management. Een grote verbetering is als zeugenhouders het aantal worpen per week gelijk houden. Dat voorkomt verschillende speenleeftijden.” Verder noemt Kolpa het belangrijk om dierstromen beter te matchen. Zowel vanuit aanvoer van gelten van de subfokker als afzet van biggen naar de vleesvarkenshouder.
Ondanks de toegenomen aandacht voor gezond werken, zijn volgens Kolpa op veel bedrijven nog slagen te maken. “Het probleem is dat we nooit écht focus op gezondheid hebben gehad. Dat blijkt ook uit het feit dat SPF niet echt doorzet in Nederland.” Een totaalaanpak is nodig, waarbij aandacht en besef van de ondernemer en zijn personeel doorslaggevend zijn.
Klik op de iconen in de afbeelding voor tips. Lees verder na de afbeelding.
Sectorbreed plan nodig
Dat onderschrijft ook John van der Wielen, dierenarts bij De Varkenspraktijk in Oss (N.-Br.). “De meeste bedrijven hebben heel veel ziektekiemen. Om de gezondheid structureel te verbeteren, is een sectorbreed plan nodig, bijvoorbeeld om APP uit te bannen.” Helaas ziet hij dat er bij varkenshouders, adviseurs en banken weinig draagvlak is voor (partiële) depop-repop, feitelijk de enige manier om kiemen definitief kwijt te raken. Ook werken vanuit de keten zou enorm helpen. “De vleesvarkenshouder die de levering van slachtvarkens omwille van de prijs een week opschuift, zorgt voor problemen bij de vermeerderaar.” Het is nodig om te denken in gezamenlijk belang en daarin te investeren.
Op bedrijven zijn soms onorthodoxe maatregelen nodig, benadrukt Van der Wielen. “In overvolle situaties kan een vermindering van het aantal zeugen met 5 tot 10% al voor een verbetering zorgen. Ook extra biggenruimte of een quarantainestal voor opfokzeugen maakt verschil.” Ook daarbij merkt hij dat het investeringen zijn waar banken en adviseurs niet altijd achter staan.
Export veiligstellen met gezondheid
Minder vaccinaties is lastig, maar mogelijk. Het vraagt samenwerken met de markt om afspraken te maken over de gezondheid en het aantal vaccinaties. Als de basis goed is, kan in samenspraak met vaste afnemers een plan worden gemaakt om het aantal vaccinaties af te bouwen. Varkensdierenarts Van der Wielen benadrukt wel dat afbouwen alleen zin heeft als een zeugenhouder aspecten in de bedrijfsvoering heeft verbeterd. “Als een vaccinatie al jaren wordt gegeven en er is niks veranderd qua management, huisvesting of contactstructuur is de kans groot dat dezelfde problemen weer optreden na stoppen met vaccineren.”
Wel de kosten, niet de baten
Aandacht voor het in de hand houden van gezondheidskosten is belangrijk, maar WER-varkenseconoom Hoste nuanceert het wel enigszins. “Hoge kosten voor gezondheid is niet erg als er opbrengsten tegenover staan.” De betere bedrijven lukt dat wel, maar er zijn altijd bedrijven die wel de kosten maken maar niet de baten hebben. Bijvoorbeeld omdat ze geen gevraagde kruising hebben, de koppels te klein zijn of de biggen niet gezond of zwaar genoeg zijn. Ook hangt het van de marktsituatie en onderhandelingspositie af in hoeverre investeringen terugkomen in de opbrengstprijs.
Ook Hoste zou graag zien dat meer werk wordt gemaakt van een hoge gezondheid. Niet primair om de gezondheidskosten te verlagen, maar om de export veilig te stellen. Hij ziet Denemarken als voorbeeld. “Het is al vaak gezegd, maar de Denen profiteren van een sterk gezondheidsimago.”
BOERDERIJ/ 20 januari 2017/ Rene Stevens